Verbod op nevenwerk eindigt in 2022

Veel werkgevers hebben liever niet dat hun medewerkers naast hun baan bij de betreffende organisatie ook nog nevenactiviteiten uitvoeren. Elke werkgever heeft hiervoor zijn eigen redenen. Zo maakt de ene werkgever zich zorgen om de focus en prioriteiten van de medewerker. Een andere werkgever is wellicht bang dat de werknemer voor een concurrent aan de slag gaat. Een ander argument kan zijn dat de beschikbaarheid of bereikbaarheid van de medewerker in het geding komt.

Toch is het uitvoeren van nevenactiviteiten voor sommige medewerkers noodzakelijk om rond te kunnen komen. Ook vinden medewerkers vaak dat het hun eigen zaken zijn wat zij buiten de tijd van de baas doen. Daardoor kan het nevenwerkzaamhedenbeding als vervelend worden ervaren.

Daarom is de wetgeving aangepast. Vanaf 1 augustus 2022 mag een werkgever zijn medewerkers niet meer verbieden om, buiten de werktijden, werkzaamheden te verrichten voor een andere werkgever. Het wordt de werkgever verboden om dergelijk beding op te nemen in de arbeidsovereenkomst.

Er mogen echter wel objectieve criteria worden vastgesteld, op grond waarvan een medewerker toch niet voor een andere werkgever mag werken. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer er risico bestaat op belangenverstrengeling, wanneer de medewerker ook zou gaan werken voor een concurrent. Als werkgever moet je goed kunnen onderbouwen waarom je inbreuk maakt op het recht van vrije arbeidskeuze.