Thuiswerken blijkt voor veel bedrijven een groot succes te zijn. Daarom is de verwachting dat medewerkers dit ook na de coronacrisis zullen blijven doen. Vanaf 1 januari 2021 is het echter niet langer toegestaan om reiskosten belastingvrij uit te keren aan thuiswerkende medewerkers. De reiskostenvergoeding wordt dan berekend op basis van het daadwerkelijke reispatroon. De vergoeding wordt lager, omdat werknemers op thuiswerkdagen niet reizen. Bovendien hebben werknemers op hun thuiswerkdagen ook geen recht meer op een vergoeding voor kleine kosten. Daarom vinden werkgevers dat er een ‘waarjewerkt-budget’ moet komen voor reizen en thuiswerken.
Het succes van het thuiswerken blijkt uit een ledenenquête van de werkgeversvereniging AWVN. Uit het onderzoek blijkt dat 95% van de werkgevers verwacht dat er ook na de crisis 1 of 2 dagen thuisgewerkt zal worden.
Natuurlijk maakt een medewerker die thuiswerkt ook kosten. Door het Nibud is uitgerekend dat de kosten bij een vijfdaagse werkweek voor een thuiswerkende medewerker rond de € 43,30 per maand bedragen. Dit is ongeveer € 2,- per dag. Dat lijkt een klein bedrag, maar op jaarbasis gaat het al gauw om € 440,- extra. Voor veel medewerkers is dit een aanzienlijk bedrag. Deze kosten bestaan voornamelijk uit een toename in het gas-, water- en elektriciteitsverbruik. Ook kosten voor eventueel printen, koffie, thee en toiletpapier zijn door het Nibud meegenomen in deze berekening.
Van de ondervraagde werkgevers overweegt 75% een thuiswerkvergoeding in te voeren en de woonwerkvergoeding te verlagen. Dit betekent dat zij alleen de reiskosten vergoeden die daadwerkelijk gemaakt zijn. Met een ‘waarjewerkt-budget’ kan de werkgever per medewerker de betreffende vergoedingen betalen, afhankelijk van de gemaakte kosten voor het thuiswerken en het aantal gereisde kilometers. Het belangrijkste hierbij is dat dit belastingvrij vergoed kan worden. Op dit moment is het nog niet mogelijk binnen de huidige werkkostenregeling (WKR), maar medewerkers mogen deze kosten ook niet aftrekken van hun belasting. De AWVN adviseert het kabinet daarom dringend om hiermee aan de slag te gaan.
Werkgevers zoeken nu naar andere oplossingen om de medewerkers te compenseren. Zo voorziet 66% van de werkgevers de medewerkers in arbovoorzieningen, zoals een bureau of bureaustoel. Maar liefst 90% van de werkgevers voorziet de medewerkers in computers, beeldschermen, laptops, telefoons of andere aanverwante apparaten. Dit kan namelijk wel belastingvrij worden verstrekt.
Eerder meldden we al dat de vrije ruimte van de WKR tijdelijk is verruimd, wegens de coronacrisis. Werkgevers kunnen hierdoor meer vergoeden voor hun medewerkers.